Eindelijk, we gaan weer open. We mogen weer naar het werk, dichter bij elkaar komen, knuffelen, elkaars glimlach bewonderen en de QR pas gaat eruit. Euforische en bevrijdende momenten had ik verwacht. Maar er zit een bepaalde matheid in mij die me ervan weerhoudt blij te zijn met het wegvallen van de maatregelen. Wanneer ik mij verdiep in mijn matheid, wordt het mij helder waar die vandaan komt: ik ben bang dat de maatschappij vreselijk snel terugschiet in het oude normale gedrag van voor de pandemie.
Ons normaal heeft de ellende gecreëerd waar we nu als collectief middenin zitten
Als Nederland ergens om bekend staat, dan is het wel de opmerking “Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg”. Zelfs Geert Wilders zegt het tegen de Minister President in de Tweede Kamer. Maar wat is normaal? Is normaal goed genoeg? Gaan we met dat normaal de crississen voorkomen en/of overwinnen waar Jan Rotmans het in zijn nieuwste boek Omarm de chaos over heeft? Ik krijg het gevoel dat ons normaal juist bij heeft gedragen aan het ontstaan van die crisissen.
Dat wat wij normaal vinden heeft bijvoorbeeld bijgedragen aan een totaal gebrek aan vertrouwen in de overheid, dat de dijken verhoogd moeten worden, dat we de Minister President opnieuw kiezen terwijl die van de lastigste dingen geen ‘actieve herinnering meer heeft’, dat een sterke polarisering in de maatschappij gaande is, dat de inflatie door het dak schiet, dat jongeren geen huizen meer kunnen kopen, dat er een enorme kloof is ontstaan tussen rijk en arm, dat er gezinnen de afgrond in zijn geholpen tijdens de toeslagen affaire, dat er elke dag een nieuwe man met grensoverschrijdend gedrag in de krant staat, etc. En dan kijk ik alleen nog maar naar ons kleine Nederland. Als ik dit rijtje lees, krijg ik alleen maar het gevoel om radicaal te breken met dat zogenaamde normaal. Het brengt niet echt wat goeds teweeg.
“Als ik heel eerlijk ben zou ik met mijn hele lijf willen schreeuwen: word wakker mensen! Kijk om je heen en zie de bende die we met ons allen hebben gecreëerd omdat we normaal deden.”
Stel je voor dat we re-incarneren en terug moeten komen in onze eigen bende
Ik las laatst ergens een zin die mij aan het denken zette: “Stel je voor dat we op een dag wakker worden en erachter komen dat re-incarnatie waar is.” De zin liet me niet meer los in combinatie met de ellende die we hebben gecreëerd. Stel je voor dat we na ons sterven terugkomen in een nieuw lichaam in de bende die we zelf hebben achtergelaten. In dit leven kan ik dan niet meer zeggen: “Dat is voor de volgende generaties”, omdat wijzelf die volgende generatie zijn. Je zou terugkomen in de shit die je zelf hebt achtergelaten. Dit besef is voor mij voldoende om achter mijn oren te krabben en heel kritisch te zijn op welke sporen ik nog nalaat.
“We leven in een verandering van tijdperk, waarin alles wat vanzelfsprekend is ter discussie komt te staan.”
– Jan Rotmans –
In welke wereld wil ik wel terugkomen?
De wereld waarin ik terug wil komen, ziet er wel wat anders uit. Het is een wereld waarin de leefprincipes centraal staan en geleefd worden. In die wereld gaat het niet meer over mijn en jouw ego en hoe goed we zijn, maar over wat we bij kunnen dragen aan het algemeen belang.
Voorbeelden van leefprincipes zijn vertrouwen, respect en gunnen. Maar ook waarheid, dienstbaarheid, eenheid en integriteit zijn voorbeelden. Zodra we in een wereld zitten waarin we beseffen dat we onlosmakelijk verbonden zijn met de wereld om ons heen en dat alles met elkaar samenhangt, dan komen we al aardig in de buurt van de wereld waarin ik wel terug wil komen.
Wat doe ik nu om die wereld te realiseren?
Eigenlijk is het heel simpel – en moeilijk tegelijk – namelijk datgene leven waarin ik terug wil komen. Als ik iets doe of juist niet doe, wil ik mij ervan bewust zijn wat dit bijdraagt aan het realiseren van die wereld. Als ik tot de conclusie kom dat mijn actie het tegenovergestelde bereikt, kies ik er voor om het niet te doen.
Ik hoop met dit artikel mensen als jij en ik te inspireren om na te denken over wat normaal is. Maar ook om na te denken over de wereld waarin jij terug wil komen. En dan hoop ik dat we samen kunnen werken aan die nieuwe wereld.