Jouke is manager van afdeling Y. Hij stuurt dagelijks de afdeling aan en wekelijks zit hij in het managementteam (MT) om de voortgang van de organisatie te bespreken. Jouke voelt zich met hart en ziel verbonden met de afdeling; hij is daar van jongs af aan begonnen en groot geworden. In met MT komt hij met hart en ziel voor de belangen van zijn team op. In de pauzes zit Jouke vooral bij zijn collega’s van de afdeling om tafel. Hij voelt zich hier volledig thuis en op zijn gemak.
Kristel, collega manager van afdeling Z zit ook in het MT. Maar zij zit er anders in. Ze stuurt weliswaar haar afdeling dagelijks aan, maar ze heeft vooral connectie met de collega’s binnen het MT. In ieder geval de collega managers die ook minder binding hebben met hun afdeling. Ze is ook altijd op de hoogte van de laatste nieuwtjes uit het MT. Jouke is daar wel eens wat jaloers op. Hij hoort niet echt bij de andere managers.
Nu moet het MT een besluit nemen wat niet goed is voor sommige afdelingen. Je voelt het al aan, ook de afdelingen van Jouke en Kristel zijn aan de beurt. Jouke verbaast zich erover hoe makkelijk Kristel ten koste van haar eigen afdeling een een besluit neemt. Hij ligt hier nachtenlang van wakker en weet nog steeds niet hoe hij het uit moet leggen aan zijn team.
Wat staat op 1?
De binding van Jouke en Kristel verschilt. Jouke voelt zich vooral verbonden met zijn team, terwijl Kristel vooral verbinding voelt met het MT. Jouke denkt en handelt vanuit het belang van zijn team. Kristel denkt en handelt vanuit het belang van het MT. Voor Jouke is de ordening dan ook: 1) afdeling Y en 2) MT. Voor Kristel is de ordening 1) MT en 2) afdeling Z.
Wat geeft kracht aan het geheel?
Als je weet wat verzwakt, weet je ook wat versterkt. Wanneer niet alle leden van team A dit team op nr. 1 zetten, ontstaan zwakke schakels in het team (systeem). Niet dat de mensen die een andere ordening hanteren zwak zijn, maar voor de teamopdracht verzwakt het. Zodra iemand dan iets anders te doen heeft in een groep die hij/zij wel op nr. 1 heeft gezet, dan zal daar ogenblikkelijk de aandacht naartoe gaan. De anderen in team A achterlatend met een schakel die mist. Irritatie, ongeloof, enz. tot gevolg.
Ik ben jarenlang voorzitter geweest van een sportvereniging. Hier zie je dit effect heel sterk terug. Zo’n vereniging moet het hebben van vrijwilligers. Maar al die vrijwilligers hebben niet allemaal de sportvereniging op nr. 1 staan. Met alle irritaties en onderlinge veroordelingen tot gevolg. Veenbranden ontstaan dan snel waardoor het teamgevoel als sneeuw voor de zon wegsmelt.
De les om te onthouden
Het is belangrijk om naar elkaar uit te spreken wat er bij jou op nr. 1 staat. Je kan op deze wijze vooraf heel wat verwachtingen managen. En het geeft je de mogelijkheid om heel kritisch naar de samenstelling van je team te kijken; de sterkste teams zijn de teams waarvan alle teamleden dat team op nr. 1 hebben staan.
Heb je het gevoel dat er iets speelt in jouw team of organisatie? Wil je weten wat er onder water speelt? Overweeg dan eens een onderzoek Wortels van de mist. Het brengt snel en feitelijk de ongrijpbare onderstroom in kaart, zodat je deze bespreekbaar kunt maken.
Want pas als je ziet wat je zoekt, kun je er wat aan doen.